Context(Bouw)historie:Achter de bakstenen gevel uit 1931, naar ontwerp van de Bossche architect K.C. Suyling, gaan (in kern) vier oudere panden schuil. Het geheel omvat van links naar rechts een pandje nr. 101 boven de Binnendieze (voorheen Molenbrug), vroeger genaamd “Het henneke”, daarnaast nr. 99 “de witte swaen”, oorspronkelijk een brouwerij, nr. 97 en nr. 95. Van deze panden zijn op kelderniveau nog elementen bewaard gebleven.Op de kadastrale minuut (ca. 1820) staat de eerder genoemde brouwerij aangegeven op het achtererf dat aan zij- en achterkant wordt begrensd door de Binnendieze. Dit erf van de brouwerij strekte zich tevens uit achter het rechter buurpand nr. 97. Alle vier de panden bestaan sinds 1931 uit een winkel (nr. 99 een poort met doorgang) op de begane grond en een woning op de verdiepingen. Oorlogsschade was in 1945 de aanleiding om in nr. 95 wat wijzigingen en reparaties uit te voeren. De loze ruimte tussen de rechter zijmuur van nr. 95 en de linker zijmuur van het rechts aangrenzende pand werd gedeeltelijk bij nr. 95 getrokken. Tevens werd het dak op het achterhuis vervangen door een plat dak. In 1977 zijn de woningen op de verdiepingen van nr. 97 en 99 verbouwd tot appartementen. De winkelruimtes op de begane grond zijn nog steeds als zodanig in gebruik. Ligging:De bebouwing, gelegen aan de noordwestzijde van de Vughterstraat is gelegen binnen de van oorsprong middeleeuwse stadsstructuur welke in aanleg zal dateren uit de 14e eeuw. De huidige verkavelingstructuur, bestaande uit smalle (ca. 5,5, m.) en diepe (ca. 40-45 m.) percelen zal aan het eind van de middeleeuwen de huidige indeling en perceelsbreedten hebben gekregen. Aan linker- en achterzijde worden de kavels begrensd door de een tak van de Binnendieze. Op het minuutplan is aangegeven dat het gehele achterterrein van nr. 99 oorspronkelijk was bebouwd, uitgezonderd een open plaatsje van ca. 15 m2 in de rechter achterhoek van het terrein aan de Binnendieze. Opvallend is de voorgevelrooilijn van de vier percelen, welke in 1931 naar achter werd verplaatst.Ook in de huidige toestand is in hoofdlijnen de historisch gegroeide situatie herkenbaar gebleven. Achter de panden 101-97 bevindt zich een dwars geplaatst brouwerijgebouw (omstreeks 1900) met topgevels en t.b.v. ventilatie verhoogd zadeldak, Hierachter éénlaags hoge bedrijfsgebouwen (overwegend 19e en 20ste-eeuws). Het geheel is onderdeel van een gevelwand aan de Vughterstraat met voornamelijk 19de-eeuwse lijstgevels. Veel van deze panden aan de Vughterstraat hebben een oudere, vaak middeleeuwse, kern. Door de eeuwen heen is de Vughterstraat, die in opzet een stadsuitbreiding uit de 14de eeuw is en vanuit het zuiden van ’s-Hertogenbosch naar de Markt loopt, een belangrijke uitvalsweg geweest met grote economische activiteiten. Hierdoor is de hoofdbebouwing aan deze straat door de tijd heen sterk gewijzigd. BeschrijvingAlgemeen (hoofdvorm, kap):De huidige bebouwing op de vier percelen aan de Vughterstraat heeft een langgerekte, min of meer rechthoekige plattegrond met de lange zijde aan de straatkant. Nummers 97 en 95 hebben kelders. Nummer 101 is over de Dieze gebouwd. Verder hebben de vier afzonderlijke panden ieder een begane grond, twee verdiepingen en een kapverdieping. Het zadeldak (evenwijdig aan de straat en doorlopend over de vier panden) heeft ter plaatse van het risalerende deel in de gedeelde voorgevel een dwarskap haaks op de rooilijn, over de volle diepte van het pand. Het dak is gedekt met gesmoorde pannen en heeft in het dakvlak aan de voorzijde drie brede dakkapellen (nr. 101, 97 en 95). | 2 |
Voorgevel:De voorgevel is uitgevoerd in schoon metselwerk met een diep liggende voeg. De oorspronkelijke architectuur en gevelindeling uit 1931 is nog vrijwel geheel intact. Het bouwdeel beslaat vier percelen. Dit is duidelijk terug te zien in de gevelindeling: nummer 101 (uiterst links) bestaat uit een winkel en een bovenwoning, rechts hiervan nr. 99 en 99A met een grote poort op de begane grond en een bovenwoning. Rechts hiervan twee winkel-woonhuizen, nummers 97 en 95, identiek aan nummer 101. Nummer 99-99A onderscheidt zich van de winkel-woonhuizen middels een risalerend deel in de gevel, een topgevel en een grote poort op de begane grond. De drie winkelpuien zijn geheel identiek: een portiek (nr. 101 en 95 rechts, nr. 97 links) met tegelvloertje, winkelingang en woningingang (met oorspronkelijke deur m.u.v. nr. 97) en legraam. De winkelpuien hebben stalen kozijnen en de bovenlichten bevatten glas-in-lood en zijn voorzien van markante smeedijzeren details in Amsterdamse Schoolstijl. Deze bovenlichten verlicht(t)en (oorspronkelijk) ’s avonds ook de portieken via de legvensters.De vensters op de verdiepingen hebben nog de oorspronkelijke kozijnen uit 1931, maar (m.u.v. de ramen in de erker in nr. 99, de ramen in de balkondeuren van nr. 101 en 97 en de ramen in de dakkapel van nr. 97) zijn alle ramen vernieuwd. Alle erkers bevatten nog wel de oorspronkelijke bovenlichten met glas-in-lood. Op de begane grond van nr. 99 (tweede pand van links) zit een grote rondboogingang met een sluitsteen met twee hoefijzers er op boven een enigszins terug liggende dubbele poort. Aan weerszijden van deze poort in de dagkant van het muurwerk een verticaal zijlicht. Deze worden herhaald in de dagkant van de aangrenzende portieken en in het muurwerk tussen de portieken en de poort in. Het metselwerk rond deze poort is tegenwoordig geschilderd en in de rechter dagkant is een gevelsteen opgenomen met de tekst “K.C. Suyling en Zn. Arch. en Ing. Bureau ’s-Hertogenbosch 1931”. De panden hebben op de eerste verdieping elk een erker met een bovenlicht met glas-in-lood. Het uiterst rechter pand, nr. 95, heeft rechts van deze erker nog een venster. De erkers lopen door tot op de tweede verdieping en gaan over in een balkon met een stenen rand. Alle vier de panden hebben aan dit balkon openslaande deuren (waarvan 101 en 97 nog de oorspronkelijke deuren hebben). Rechts van het balkon van nr. 95 zit nog een klein venster. Het overstek van het dak met de dakgoot op klossen wordt ter plaatse van nr. 99 onderbroken door een topgevel. In het siermetselwerk van deze topgevel zijn twee kleine vensters opgenomen met daarboven een hardstenen beeldje van een zwaan. Behalve in deze topgevel is er ook siermetselwerk toegepast aan weerszijden van de erkers en rond de regenpijp tussen nr. 97 en 95. | 3 |
Zijgevels:Het bouwdeel wordt aan beide zijden begrensd door bebouwing. Zowel links als rechts steekt het boven de belendende bebouwing uit. Voor zover zichtbaar zijn beide topgevels blind uitgevoerd en gepleisterd.Achtergevel:Door deze aanbouwen is de eigenlijke achtergevel uit 1931 niet goed zichtbaar. Duidelijk is dat de achtergevel, net als de voorgevel, is opgetrokken in baksteen en ter plaatse van nr. 99 een topgevel heeft.Ruimtelijke indeling:Aan de hand van de documentatie kan er over de ruimtelijke indeling van de panden het volgende gezegd worden. Pand nr. 95: De twee kelders hebben beide een tongewelf en de toegang zit in de achtergevel aan de open plaats. De begane grond is geheel in gebruik als winkel. Tegen de rechter zijmuur ligt de trap naar de eerste verdieping. Hier achter ligt op de eerste verdieping de bordestrap naar de tweede verdieping. Rond dit trappenhuis zijn de woonvertrekken gesitueerd. Het voorhuis heeft een rookkanaal tegen de rechter zijmuur, het achterhuis tegen de linker zijmuur.Pand nr. 97: Bouwsporen tonen aan dat dit pand een verdeling had in voorhuis en vast achterhuis. Zowel het voor- als achterhuis is onderkeldert. De kelder onder het achterhuis is toegankelijk vanaf de kleine binnenplaats en heeft een plafond met hergebruikte eiken balken. In de brandmuur zitten twee doorgangen waarvan er één is dichtgezet. Ook in de rechter zijmuur zit een dichtgezette doorgang. Achter deze zijmuur is op ca. 50 cm een oudere muur aangetroffen, mogelijk behorend bij een oudere kelder. Rechts naast de kelder loopt een gang die zich doorzet in het voorhuis. De kelder onder het voorhuis is waarschijnlijk in 1931 dichtgestort en heeft een tongewelf haaks op de voorgevel. Ook de begane grond van 97 is geheel in gebruik als winkel. Het gebouwtje achter het (voormalige) binnenplaatsje huisvestte vroeger een keuken, maar hoort nu bij de clubruimte op de begane grond van nr. 99. De trappen naar de eerste en tweede verdieping liggen tegen de linker zijmuur. In deze zijmuur is op de eerste verdieping een doorgang gemaakt naar nr. 99. Rond het trappenhuis zijn de woonvertrekken gesitueerd. In 1977 zijn de verdiepingen van nr. 97 samen met de verdiepingen van nr. 99 tot appartementen verbouwd. Pand nr. 99: De begane grond van dit pand is geheel in gebruik als nachtclub. Deze ruimte is oorspronkelijk gebouwd als opslagruimte voor de achter het pand gelegen bottelarij. De trappen bevinden zich tegen de rechter zijmuur. Pand nr. 101: Dit pand is over de Dieze gebouwd en heeft dus geen kelder. De gehele begane grond is tegenwoordig in gebruik als winkel. De trappen zijn tegen de rechter zijmuur gesitueerd. Op de verdiepingen zijn woonvertrekken. | 4 |
Constructies:Uit documentatie blijkt dat de panden enkelvoudige balklagen hebben. In de kelder onder het achterhuis van nr. 97 zijn in 2001 hergebruikte eiken balken aangetroffen (in de balklaag boven de kelder), waaronder een moerbalk. In deze kelder is nog de oorspronkelijke brandmuur aanwezig. De kap (1931) van het geheel (de vier panden samen) loopt parallel aan de voorgevel en heeft ter plaatse van nr. 99 een dwarskap. De constructie bestaat uit nokstijlspanten.Interieurelementen:In de kelder van nr. 97 zijn tegen de rechter zijmuur schildpadtegels en witte tegels aangetroffen. Over andere waardevolle interieurelementen in dit pand of één van de andere panden is geen documentatie voorhanden. Mogelijk zijn er op de verdiepingen nog elementen uit 1931 bewaard gebleven.Erf, bijgebouwen, diversen:Vanaf de Uilenburg is het achterterrein met diverse achterbouwen/aanbouwen zichtbaar.Aan linker- en achterzijde worden de kavels begrensd door de Binnendieze. Achter nr. 97 en 99 bevindt zich een dwars geplaatst brouwerijgebouw (omstreeks 1900) met topgevels en t.b.v. ventilatie verhoogd zadeldak. Hierachter éénlaags hoge bedrijfsgebouwen (overwegend 19de en 20ste-eeuws). | 5 |
Motivering voor plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst1. Architectonische en stedenbouwkundige waardenHet bouwblok Vughterstraat 95 t/m 101 omvat vier winkel-woonhuizen uit 1931 die de oorspronkelijke percellering van straat tot stroom volgen. Deze oude kavels verwijzen naar de historische verkavelingsstructuren in dit gedeelte van de binnenstad van ’s-Hertogenbosch en geven het geheel stedenbouwkundige waarde. Opvallend is de in 1931 naar achter geplaatste rooilijn. Deze lag oorspronkelijk ca. twee meter naar voren. Nr. 101 is over de Dieze gebouwd waardoor het object een hoge stedenbouwkundige waarde is. Het blok winkel-woonhuizen is bovendien ook van architectonische waarde vanwege de gezamenlijke voorgevel die uitgevoerd is in de zeer kenmerkende Amsterdamse Schoolstijl met originele puien. Daarnaast is het geheel van belang als onderdeel van het oeuvre van de Bossche architect K.C. Suyling.2. Bouw- en/of kunsthistorische waardenDe vier panden zijn gebouwd ter plaatse van vier oudere gebouwen. Van deze oudere kernen zijn intern onderdelen bewaard gebleven. Zo zijn onder nr. 97 de oorspronkelijke kelders nog aanwezig. Dit geeft de panden een hoge bouwhistorische waarde. Het markante uiterlijk van de in Amsterdamse School uitgevoerde panden geeft het geheel een kunsthistorische waarde.3. Cultuurhistorische waardenDe panden vertegenwoordigen een cultuurhistorische en sociaalhistorische waarde als representanten van de stadsvernieuwingen in Den Bosch in de eerste helft van de 20ste eeuw. Daarnaast zijn de panden een goed en gaaf voorbeeld van winkel-woonhuizen uit het tweede kwart van de 20ste eeuw. Van de achterbebouwing is het dwars geplaatste brouwerijgebouw (ca. 1900) van industrieelarcheologische waarde als voorbeeld van een bedrijfsgebouw, behorend bij een verdwenen tak van nijverheid in de stad.Het object Vughterstraat 95-101, bestaande uit blok van vier winkel-woonhuizen uit 1931 met een oudere kern, is op basis van bovenstaande criteria beschermenswaardig als gemeentelijk monument in de gemeente ‘s-Hertogenbosch. | 6 |
v. Gulick
| 57 |
Veel bekende namen van winkeliers of ambachtslieden zijn de laatste jaren verdwenen. Zo komen we in een Bossche lijst uit 1806 onder anderen tegen: slager Lammers, grutter De Gruyter, de smeden Van Macklenberg en Van Miert, koffiebrander Sweens, lintwerker Van der Vaart, de chocolademakerij Van Suys en koekbakker Lambermont. Deze zaken bestaan niet meer. Toch wordt er nog wel eens een jubileum gevierd. Eind 1840, dus ruim 150 jaar geleden, kocht Jos van Gulick brouwerij De Witte Zwaan aan de Vughterstraat. Zes brouwerijen telde Den Bosch toen nog. In de middeleeuwen waren het er meer dan vijftig. De Witte Zwaan was gelegen vlak naast de Binnendieze, het water werd gebruikt bij de bierbereiding. Brouwerij De Witte Zwaan was niet alleen in Den Bosch erg bekend, maar Van Gulick leverde bijvoorbeeld ook aan de Jezuïten in Maasstricht en aan een Haagse vertegenwoordiger. Deze laatste had speciaal een witte bierwagen die prachtig was versierd met zwaantjes.
In 1875 stierf Hendrina van Pelt, de vouw van Jos van Gulick. Uit de toen opgemaakte inventaris kunnen we lezen hoeveel bier De Witte Zwaan destijds in voorraad had: zo'n 25.000 liter, verdeeld over nieuw licht bier, oud gerstebier, vers bier en huisbier. Uit andere gegevens weten we dat hij ook Beiers bier en scheepsbier verkocht en speciaal voor enkele Bossche instellingen kennelijk het 'Godshuizenbier'.
In Den Bosch sloot de ene brouwerij na de andere. In het begin van de twintigste eeuw was er nog maar een: De Witte Zwaan van Van Gulick Van Pelt. Via het bewaard gebleven brouwboek is de samenstelling en bereidingswijze van het Bossche bier na te gaan. Uit Zeeuwse, 'Polder Dussen'-, Swarsmeer-, mold- of Herrschaftsmout en met Boheemse, Popering-, Beierse of Hollandse hop werden deze bieren bereid. Van Gulick noteerde in zijn brouwboek eveneens de temperaturen tijdens het brouwproces.
Toch kon ook deze brouwerij niet meer op tegen de concurrentie. Begin 1927 ging de zaak dicht. De broers Arnold en Theo van Gulick deelden iedereen mee 'dat wy met het brouwen zijn uitgescheden...'. Vanzelfsprekend werd dit bericht ook aan de belastinginspectuer meegedeeld, omdat er nogal wat belasting op alcohol geheven werd (en wordt). Zij schreven dat zij de koperen bierketels hadden verkocht aan Frans Schoenmakers uit de Louwse Poort, die dit allemaal zou slopen en als oud koper verkopen.
De laatste brouwerij was gesloten, maar Van Gulick bleef 'in de drank', nu als hoofdagent van de Bredase brouwerij De Drie Hoefijzers. Op die manier kon Van Gulick zijn jubileum volmaken. Brouwerij De Witte Zwaan was ruim vier eeuwen actief; Van Gulick zit nu anderhalve eeuw in de alcohol.
Trouwens, dit jaar zijn er meer jubilea. Even lang als Van Gulick bestaat in mei de Kamer van Koophandel, terwijl het eveneens 150 jaar geleden is dat de eerste Bossche stadsarchivaris werd aangesteld.
|
1991 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Laatste brouwerijBrabants Dagblad donderdag 3 januari 1991 (foto) |
|
2010 |
Wonen op de locatie Kings• Een projectontwikkelaar heeft intersse getoond om appartementen te vestigen in het pand aan de Vughterstraat, waar discotheek Kings was gevestigd.• Het gebouw staat al sinds 2006 leeg.
Marc Brink | Brabants Dagblad woensdag 20 oktober 2010
|
|
2011 |
Animo voor pand Kings• Er is interesse getoond in de exploitatie van het pand aan de Bossche Vughterstraat waarin jarenlang horecabedrijf Kings was gevestigd.• Het pand is te koop voor 700.000 euro en te huur voor 4.200 euro per maand.
Marc Brink | Brabants Dagblad dinsdag 26 juli 2011
|
1910 | fa. Jos. van Gulick-van Pelt (brouwer en mouter) |
1928 | A.A.C.M. van Gulick |
1943 | A.A.C.M. van Gulick (bierbottel.) - fa. Jos van Gulick-van Pelt (bier- en limonadehandel) |
1985 | ? (Discotheek Odyssee) |
2005 | ? (Discotheek Club 23) |
1865 | J.J.H. van Gulick (firma J. van Gulick van Pelt) bierbrouwer |
1875 | J.J.H. van Gulick (firma J. van Gulick van Pelt) bierbrouwer - W.F.H. van Gulick (medicinae-doctor, en lid van de gemeenteraad) |
1881 | F. van Grevenbroek (koperslager) - P. van Grevenbroek (mr. schoen en laarzenm.) - Gebrs. van Gulick (bierbrouwers) - Sr. J.J.H. van Gulick (partikulier) |
1908 | G. Spruijt (vendumeester) |
1910 | A. Spoor (mr. kleermaker) - G. Spruijt (vendumeester) |
1928 | J.C. Leenders - J. van Vessem |
1943 | J.H. van der Loo (heeren- en dameskapper) |